12 april waren we in Utrecht. Er stond een bedevaart op het programma. We gingen in tweetallen op pad als pelgrims. Ik vormde een koppel met Farah. Ze vroeg mij of ik deze opdracht met haar wilde doen omdat ze me eigenlijk nog niet zo goed kende. Ik kon me daar in vinden en besloot ja te zeggen. 

We kozen allebei een vraag uit waarmee we Utrecht in gingen. Ik ging door het lijstje met voorgestelde vragen en kwam al snel met mijn keuze: Familie: Wat is jouw plek in je familie, is dit de plek die je zou willen hebben? Hoe komt het dat je die plek hebt?

Ondanks dat ik Farah helemaal niet goed kende, wist ze al dat ik deze vraag zou kiezen voordat ik het uitsprak. Gek.

Het was de bedoeling dat we door Utrecht gingen wandelen en een voor een de gekozen vraag zouden beantwoorden. Dit voor een halfuur lang. De ander mocht alleen maar luisteren en niks vragen tussendoor. Luisteren, daar ben ik goed in. Maar praten over mezelf en dan ook nog voor een half uur lang, dat was een uitdaging. De volle dertig minuten volpraten is dan ook niet gelukt. Hier en daar viel een stilte en gaf ik mezelf ruimte om na te denken wat ik nog meer kwijt wilde. Ondertussen wandelden we op gevoel verder door de stad. 

Nadat Farah haar vraag beantwoord had, besefte ik me dat er een mooie gelijkenis zat in onze vragen en antwoorden. Bijzonder om zoiets intiems met iemand te delen die je niet op dat niveau kent en spreekt. We merkten ook beiden hoe we een eigen bubbel hadden gecreëerd tijdens het lopen. Ik voelde me bijna bezwaard om zo’n beladen gesprek te voeren in het bruisende centrum. Maar ik besefte me ook dat iedereen natuurlijk in zijn eigen bubbel zit en meer met zichzelf bezig is. Wij op dat moment met elkaar.

By admin

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *